Home

'Z'n ogen stralen gelukkig weer leven uit'

Door RENÉ VAN LEUSDEN en LAURA SCHALKWIJK
ZOETERMEER - Voor Ellen Bongers gloort weer hoop. Stad en land had ze afgelopen om hulp te vinden voor haar al jaren drugsverslaafde zoon Ap. Elke poging om hem ergens te laten afkicken mislukte, vooral omdat Ap niet wilde meewerken.
afbeelding vergrotenEllen Bongers op de hangplek waar haar zoon, toen 14, met blowen begon. FOTO GUUS SCHOONEWILLE
De situatie werd nóg uitzichtlozer toen Ap vorig jaar achttien werd en dus over zichzelf mocht beslissen. De 37-jarige alleenstaande, gescheiden moeder uit Zoetermeer was de wanhoop nabij.

Een angstig incident met een mes en haar eigen vastberadenheid zorgden ruim drie maanden geleden voor een kentering. Ellen Bongers, moeder van drie zonen: „Ik had Ap een ultimatum gesteld: ‘Jij gaat nog deze week solliciteren naar een baan en anders ga je het huis uit’. Want hij lag de hele dag op bed en de week ervoor had hij weer eens vijftig euro uit m’n portemonnee gestolen. Ap had ook Ritalin, het medicijn tegen ADHD van zijn jongere broer Joost gestolen. De pilletjes (die bij niet-ADHD’ers kunnen werken als speed, red.) had hij doorverkocht. Daar kwamen we achter toen we nieuwe gingen halen. De dokter zei: ‘Ze kunnen nog niet op zijn’.’’

Toen de week voorbij was had Ap nog niet gesolliciteerd. Ellen Bongers begreep dat ze de daad bij het woord moest voegen. „Ik stopte zijn spullen in een tas, gaf die aan hem en zei: ‘Hier woon je voorlopig niet meer’. Dat vond ik erg moeilijk om te doen. Het is wel je kind. Toen begon hij te dreigen met een mes. ‘Ik ga niet weg’, zei hij. ‘Hoe denk je me hier weg te krijgen?’’

Joost was er getuige van en raakte behoorlijk van streek, maar behield volgens zijn moeder genoeg tegenwoordigheid van geest om 112 te bellen. De politie kwam en nam Ap mee naar het bureau. Er werd een crisisteam van Parnassia bijgeroepen. Ellen Bongers ging ’s middags ook naar het bureau. „Parnassia luisterde alleen naar Ap, die vol ontkenningen zat. Ze wilden dat m’n zoon het weekend weer thuis kwam. ‘Nee’, zei ik. ‘Ik vind dat te gevaarlijk’. Ze vonden me wel erg hard.’’

Bij thuiskomst, later die dag, kwam Bongers weer oog in oog te staan met haar zoon. „Hij kwam zogenaamd zijn spullen ophalen, maar ik had hem alles al gegeven.’’

Een jaar eerder was Ellen Bongers via de ‘drugservaringsdeskundige’ Abby Mensingh in contact gekomen met de Moedige Moeders in Den Haag, een stichting van mensen die zelf verslaafd zijn geweest of een verslaafd kind hebben en zich nu richten op drugspreventie en hulp. Ze had zich daarop zelf ook bij de Moedige Moeders aangesloten.

Bongers was ten einde raad en belde Mensingh. Die zette Ap af bij een hangplek waar vaak leerlingen van het Oranje Nassau College locatie Parkdreef samenkomen en waar Ap als 14-jarige vmbo-leerling zijn eerste joint rookte. ,,Ik zei tegen m’n zoon: ‘Ga maar naar je drugsgebruikende vrienden’.’’ Die vrienden gingen ’s avonds naar huis, waarna Ap besloot het ook nog maar eens thuis te proberen. Hij verkeek zich echter op de standvastigheid van zijn moeder. Ap kwam het huis niet in. Uit woede en frustratie begon hij bloempotten kapot te gooien, wat hem opnieuw in aanraking met de politie bracht.

De 18-jarige Zoetermeerder belandde in een crisisopvang in Den Haag, waar hij anderhalve week verbleef. Ondertussen werd een plek voor hem geregeld in een afkickcentrum in Wemeldinge. Ap wilde deze keer wél meewerken, anders had hij geen dak boven z’n hoofd. Sindsdien bestaat zijn dag uit regelmaat. Om zeven uur op, bijbelstudie, wandelen, sporten, huishoudelijke klusjes en werken in de tuin. Onderwijs is er nog niet bij (Ap heeft een vmbo-t-diploma). Ellen Bongers: ,,Het belangrijkste is nu dat zijn leven op orde komt.’’

,,Ik ben daarna wel ingestort,’’ zegt ze. ,,De strijd die je hebt gevoerd...’’

Af en toe komt Ap onder begeleiding voor een kort bezoek naar huis. ,,Zijn ogen stralen gelukkig weer leven uit. Ik heb m’n kind terug, al is hij nog niet thuis. Als hij was doorgegaan, weet ik zeker dat ik volgend jaar op zijn begrafenis had gestaan of dat hij in de gevangenis had gezeten. Achteraf gezien goed dat hij me bedreigde, anders was er niets gebeurd.’’

Ze pakt een brief die ze enkele weken na Aps opname in Wemeldinge van hem kreeg. Daarin biedt haar zoon zijn excuses aan voor alle ellende die hij door zijn verslaving heeft veroorzaakt. ,,Die brief deed me erg goed.’’

’Als je écht wilt stoppen met drugs lukt het altijd’

 
Ap beseft diep in zijn hart best dat hij nog een lange, moeizame weg voor de boeg heeft. Een jaar misschien nog wel. Maar dan hoopt de 18-jarige Zoetermeerder te kunnen zeggen, dat hij echt sterk genoeg is om van de drugs af te blijven.
,,Ik ben nu een maand of drie bezig in Wemeldinge. Ja hoor, het bevalt me daar best.’’ ‘Wemeldinge’ is het Zeeuwse plaatsje waar de stichting In de Vrijheid is gevestigd, een afkickcentrum op religieuze grondslag. Ap vertelt dat hij de afgelopen vier jaar behoorlijk wat drugs heeft gebruikt.
,,Het begon met blowtjes. We blowden ook op mijn school, het Oranje Nassau College, maar meestal daarbuiten. Vergeleken met anderen was ik niet eens de ergste.’’ Na de softdrugs volgde xtc. Later kwamen daar cocaïne, lsd en paddo’s bij. Om het spul te kunnen betalen, ging hij dealen en raakte hij op het criminele pad: ,,De stap naar criminaliteit is niet zo groot. Daar raak je vanzelf in.’’ Maar dat is verleden tijd. Ap is vol goede moed: ,,Als je wilt stoppen, lukt ’t.’’